Dieuke Boissevain schreef begin jaren veertig twee romans die al heel snel in het Duits werden vertaald. Ze verschenen bij een Zwitserse uitgever. Eén van haar romans werd ook vertaald in het Tsjechisch. De vertalingen van haar misdaadroman Discrete dood bleken opmerkelijk genoeg eerder in de KB in Den Haag aanwezig te zijn dan de oorspronkelijke Nederlandse uitgave. Dieuke Boissevain was ook actief voor het toneel, vooral door haar rol binnen de Vereeniging van Vrouwelijke Studenten in Leiden. In 1935 publiceerde zij een toneelstuk over man-vrouwverhoudingen: Tot in lengte van dagen.

Patriciërsfamilie
Dieuke Boissevain, voluit Dieuke Machteld Hilda Boissevain, leefde van 1910 tot 1987 en behoorde tot de befaamde Nederlandse patriciërsfamilie Boissevain. De Boissevains kwamen als hugenoten naar Nederland in de zeventiende eeuw. Dieuke Boissevain was één van de maar liefst tien kinderen van ammoniakfabrikant Charles Ernest Henri Boissevain en de bekende feministe Maria Boissevain-Pijnappel, die o.a. voorzitter was van de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht. Maria Boissevain moet niet verward worden met die andere beroemde feministe met dezelfde achternaam, Mia Boissevain, die uiteraard wel familie was van Charles en Maria (alle Boissevains zijn familie van elkaar). De dochters van Charles en Maria werden vereeuwigd op het schilderij De zes dochters Boissevain van Thérèse Schwartze uit 1916 (collectie Amsterdam Museum). Dieuke is de jongste op dit portret, leunend op haar handen. Dieuke Boissevain studeerde rechten in Leiden, was werkzaam als jurist en trouwde met econoom Carel Marie Nienhuys (1909-2003).

Tot in lengte van dagen..
Vanaf het begin van haar studententijd was Dieuke Boissevain actief in de toneelwereld. Zij was praeses van de toneelcommissie van de Vereeniging voor Vrouwelijke Studenten te Leiden (VVSL). In 1935 verscheen van haar hand het toneelstuk Tot in lengte van dagen.. dat in hetzelfde jaar werd opgevoerd tijdens het zevende lustrum van de vereniging. Boissevain speelde bij de opvoering van dit stuk zelf de hoofdrol, dat van het jonge meisje Sonja Terwoude. Sonja is werkzaam op het Bureau voor Advies aan Werkende Vrouwen dat geleid wordt door haar tante. Samen staan ze vrouwen bij die na hun huwelijk worden gedwongen hun baan op te zeggen, zoals tot ver na de oorlog gebruikelijk was. In dit toneelstuk ondersteunt het Bureau voor Advies vrouwen die daardoor in financiële moeilijkheden komen. Sonja verveelt zich echter op het bureau en valt ten prooi aan de politieke charlatan en macho Gaston d’ Arnauld en zijn nationalistische partij. Al gauw wordt hij ontmaskerd en keert Sonja op haar schreden terug. Ze ontdekt dat mannen als d’ Arnauld de ophemeling door vrouwen nodig hebben: ‘tot in lengte van dagen zullen we moeten blijven doen alsof we van jullie afhankelijk zijn…’

De opvoering werd geregisseerd door de bekende regisseur en auteur Eduard Veterman (1901-1946). Nitor, het tijdschrift van de VVSL noteerde over de opvoering: ‘Werkelijk goed spel, zooals wij dat trouwens van haar gewend zijn, gaf ook Dieuke Boissevain. Het meisje Sonja werd tot een levende figuur, die de velen, die in Den Haag of Leiden het voorrecht hadden deze voorstelling bij te wonen, niet spoedig zullen vergeten. Naast de schrijfster, de speelsters en spelers verdient de Heer Eduard Veterman met extra lof genoemd te worden. Het moet een geenszins gemakkelijke taak geweest zijn dit stuk met zijn talrijke rollen en dubbele dialogen te regisseeren. De Tooneelclub mag zich gelukkig prijzen, dat zij den Heer Eduard Veterman hiertoe bereid gevonden heeft.’ Veterman ontwierp ook de decors. Volgens de krantenverslagen was prinses Juliana als oud-lid van de VVSL bij de eerste opvoering aanwezig.
Misdaadroman
Dieuke Boissevain publiceerde in 1940 de misdaadroman Discrete Dood. In deze roman wordt de prominente oude jurist mr. Jurriaan Focken, lid van een familie van goede stand, op mysterieuze wijze met gif vermoord. De speurders in de roman die het raadsel moeten oplossen zijn ook twee juristen, een man en een vrouw, die gestaag zoeken naar de oplossing, waarbij vrijwel elk familielid van de oude heer verdachte is.
Discrete Dood werd na verschijning vrij goed ontvangen door de pers. De Provinciale Drentsche en Asser Courant schreef bijvoorbeeld: ‘Dit is een detective-roman, die behalve door knap geweven en verrassende intrigue, van begin tot eind fascineert door tal van rake typeeringen, snelle, overtuigende milieu-teekening, fijn-psychologische trekjes, menschelijke al te menschelijke verhoudingen, met geest en vaart weergegeven.’ Het Vaderland uit Den Haag oordeelde: ‘het beste misschien dat op dit gebied van een Hollandsche schrijfster verscheen.’

Veel van de positief getoonzette recensies merken op dat de misdaadroman van Boissevain boven de grenzen van het genre uitstijgt. Uitgeverij Sijthoff kwalificeerde het boek in advertenties dan ook als een ‘literaire detective-roman’, dus zo’n zestig jaar vóór het begrip ‘literaire detective’ echt in zwang kwam in Nederland, zo rond het jaar 2000. (Er zijn niet veel eerdere vermeldingen van het begrip ‘literaire detective’ in Delpher te vinden. In de jaren dertig bijvoorbeeld wel in een artikel van criticus en auteur Martin Premsela, die het gebruikte om werk van Franse auteurs als Claude Aveline en Emmanuel Bove te duiden.) Hoe dan ook oogstte Boissevain enig succes met haar roman. In 1941 werd een tweede druk uitgebracht en in 1955 verscheen een ‘gewijzigde’ tweede druk (dus eigenlijk de derde druk).

De tweede roman van Boissevain, Façade uit 1941, gaat over de directeur van een modern reclamebureau, Tjerk Vlas, die trouwt met het meisje Fee uit een ouderwets aristocratisch en rijk gezin. De relatie komt al gauw onder hoogspanning, want de werelden van Tjerk en Fee liggen mijlenver uit elkaar. Deze roman kreeg iets minder ruimhartige kritiek, maar werd toch her en der opgemerkt.

Vertalingen
Discrete dood en Façade werden heel snel vertaald in het Duits. Discrete dood verscheen als Ungleiche Geschwister bij Albert Müller Verlag in Zürich, in de reeks Blaue A.M. Reihe. Boissevain verscheen hierin naast auteurs als Gertrud Lendorff en Felix Salten. De vertaler was een zekere Alfred Maag, die verder niet veel vertalingen op zijn naam lijkt te hebben. De eerste druk verscheen in een oplage van liefst 4000 exemplaren. Façade werd vertaald door vertaalster Berta Pulver (1892-1981) onder de titel Nur Fassade, bij dezelfde uitgever in dezelfde reeks. De KB bezit een exemplaar van de tweede oplage: ‘Zweite Auflage, viertes und fünftes Tausend’. Berta Pulver vertaalde ook de misdaadroman Nacht over water van Théophile de Bock in het Duits als Die weisse Emilie, kriminalroman (1943). Discrete Dood werd ook in het Tsjechisch vertaald, als Diskretní smrt, in (vermoedelijk) 1946. Vertaler was Miroslav Drápal, die ook Multatuli en Anne Frank vertaalde. Deze Tsjechische vertaling verscheen bij uitgever Plzákovo Nakladatelství in de reeks Přatelé hodnotné detektivky. In die reeks verscheen ook een vertaling van Romance in f-dur van Ben van Eijsselsteijn.


Vertalingen wel, orgineel niet
Het curieuze geval wil dat de vertalingen van Discrete dood éérder in de KB arriveerden dan de originele Nederlandse Sijthoff-uitgaven. De eerste druk uit 1940 was door de KB niet opgemerkt of werd niet de moeite bevonden om te bewaren. Dat kom mede omdat de KB in die tijd geen depot-regeling kende: de verplichting voor elke uitgever om elk boek naar de nationale bibliotheek te sturen en de verplichting voor de nationale bibliotheek om ook elk boek op te nemen. De facto heeft de KB sinds 1974 zo’n regel, het befaamde vrijwillig depot, waar andere landen al sinds jaar en dag een wettelijk depot hebben. Dat verklaart vaak waarom niet elk boek, uitgegeven vóór 1974, direct naar de KB werd gestuurd of door de KB werd besteld. Waarbij in het geval van Boissevain mogelijk ook dedain ten opzichte van het genre van de misdaadroman en ten opzichte van haar gender meespeelde. Dat de herdrukken uit 1941 en 1955 ook ontbraken doet wel enigszins een patroon vermoeden.
De ‘tweede gewijzigde druk’ uit 1955 werd ook pas opgenomen na 2017, toen de vertalingen langs antiquarische weg in de KB waren beland (voor de KB-collectie ‘Nederlands Boek in Vertaling’). Daardoor werd de KB met de neus op het feit van de ontbrekende Nederlandse versies gedrukt. Een exemplaar van de eerste druk van Discrete Dood bleek antiquarisch ook nog niet eens zo makkelijk te vinden. Pas met de grote schenking misdaadromans van verzamelaar Wim van Eyle aan de KB in 2019 werd de eerste druk van Discrete Dood uit 1940 eindelijk opgenomen. De eerste druk van de roman Façade uit 1941 was al wél eerder in de KB aanwezig.

Bronnen
Boissevain, Dieuke, Tot in lengte van dagen… Toneelspel in 6 tafereelen. Geschreven ter gelegenheid van het VIIe lustrum der Vereeniging van Vrouwelijk Studenten te Leiden, 1935.
Boissevain, Dieuke, Discrete dood. Leiden: Sijthoff, 1940.
Boissevain, Dieuke, Façade. Leiden: Sijthoff, 1941.
Boissevain, Dieuke, Ungleiche Geschwister. Berechtigte Übersetzung aus dem Holländischen, besorgt von Alfred Maag. Blaue A.M. Reihe, nr 6. Zürich: Albert Müller Verlag AG, [1942].
Boissevain, Dieuke, Nur Fassade. Berechtigte Übersetzung aus dem Holländischen, besorgt von Berta Pulver. Blaue A.M. Reihe, nr 3. Zürich: Albert Muller Verlag AG, [1942].
Boissevain, Dieuke, Diskretní smrt. Přeložil [z holandštiny] Miroslav Drápal. Přatelé hodnotné detektivky. Praze: Plzákovo Nakladatelství, [1946].
Collectiebeschrijving van de KB-collectie ‘Nederlands boek in vertaling’
Hagoort, Lydia en Peter-Paul de Baar, ‘De familie Boissevain’. Artikel op de site van Ons Amsterdam, 1996.
‘Korte boekbesprekingen’, in Het Vaderland, ’s-Gravenhage, 25-11-1940, p. 2.
Kuipers, Arno, ‘Het geheim van de verdwenen vertalingen’. Artikel op de website van Filter, tijdschrift voor vertalingen, 2023.
M.V., ‘Tot in lengte van dagen’, in: Nitor; orgaan van de Vereeniging van Vrouwelijke Studenten in Leiden, jrg 5, 1935, no. 17, 13-02-1935, p. 168-170).
Premsela, Martin, ‘Kroniek der Fransche letteren’, in: Haagsche courant, nr. 15444, Letterkundig bijblad b. 4, p. 3. ’s-Gravenhage, 14-06-1933.
Sigmond-de Bruin, Elske [et.al.], Mozaïek van onze VVSL-historie. Leiden: Leiden University Press, 2025.
‘Van de boekenplank’, in: Provinciale Drentsche en Asser courant, Assen, 28-08-1940, p. 4.

Voor deze blogpost geldt de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal-licentie (CC BY 4.0). ‘© 2025 KB/Arno Kuipers, de Kopmaat. CC BY 4.0.’